Dinsdag 25 mei 1915 – Camille Delaere
De autocamion kwam ons om 6u15 afhalen aan de dekenij. We trokken naar Ieper en redden de bijzonderste meubelen van het Sint-Jansgasthuis. Bij het opladen van een kist die we samen opheften, slaakte de chauffeur een kreet en liet los. Een stuk shrapnel had hem licht gekwetst aan de hand die hij naast die van mij hield. Ik trok vervolgens naar Loker om mijnheer Vanaerde, de secretaris van de hospicen te ontmoeten. We keerden samen terug naar Ieper. We laadden de archieven van de hospicen op de Belgische camion en in de autocar van commandant Young. Die archieven haalden we uit de kelders van het mannenzothuis, net zoals de kerkgewaden en het koperwerk uit de kapel van het gesticht. Toen we langs de Kalfvaart reden, zagen we dat de huizen van de Brugstraat grotendeels afgebrand waren en de rest deerlijk doorzeefd. Rond 18u30 kwamen er nog eens een tiental bommen af op Poperinge. Een ervan doorboorde het huis van onderpastoor Helleyn.
Dinsdag 25 mei 1915 – Patrick Butler
Al van in de vroegte marcheerden we naar een kleine plaats – genoemd Loker – waar we bivakkeerden in een veld omzoomd van immense olmen met centraal een grote vijver. We maakten er kennis met een bataljon van de Kitcheners en spendeerden de namiddag in een sfeer van muziek en amusement. Later op de avond ging ik op verkenning in het dorp en trad ik de kleine kerk binnen om gezegend te worden. Het zat er vol met Britse soldaten, Vlaamse vrouwen en kinderen. De eenvoudige misdienst voelde heel erg indrukwekkend aan en het was in dit piepklein dorp van de laatst overblijvende vrije streep België dat ik mijn ziel zijn eigen rustplek kon geven. Vannacht zouden we om 4u in de richting van Belle vertrekken. Binnenkort zouden we onze volgende uitdaging krijgen te Armentières. Veel later zou de Somme daar nog bijkomen, maar dat kon ik op dat moment natuurlijk nog niet bevroeden.
Dinsdag 25 mei 1915 – Het Vaderland
Sir John French deelde in zijn rapport mee dat enkele gedeelten van de Britse linie ten oosten van Ieper die gisteren bij de aanval met gifgassen verloren gingen nog niet heroverd waren. Om reden dat het volume van het gebruikte gas groter was dan bij een vorige confrontatie. Over een front van acht kilometer stroomde het gas gedurende vier en een half uur uit de cilinders en er werd daarbij nog eens extra met verstikkende granaten geschoten. Op sommige plaatsen bleef het gifgas twaalf meter hoog hangen. Een groot deel van de linie bleef ongedeerd. Bij deze vuurproef bewezen de geallieerde manschappen dat, mits de nodige voorzorg, deze manier van aanvallen verijdeld kon worden.
Dinsdag 25 mei 1915 – Het Vaderland
In Vlaanderen zetten de Duitsers hun aanvallen in de richting van Ieper voort en namen ze ‘in storm’ de hoeve Vlaminge, het slot ten noorden van het Wieltje en de hoeve Bellewaarde en naderden ze van het Hooge. Bij deze gevechten namen ze honderdvijftig krijgsgevangenen en maakten ze twee machinegeweren buit.
Dinsdag 25 mei 1915 – Frederic Coleman
De diverse regimenten noteerden hun verliezen en begonnen al meteen met het herschikken van hun eenheden. Kolonel Burnett van de 18th Hussars bevond zich in kritieke toestand nadat hij slachtoffer werd van het gas. Niemand mocht tot bij hem komen en men vreesde voor zijn leven. Achteraf zou hij terugkeren naar Engeland en veel maanden moeten revalideren voor hij zich uiteindelijk weer zou aansluiten bij zijn regiment. Adjudant Hill van de 18th Hussars was er niet in geslaagd om een accurate lijst van verliezen op te stellen. Van twee officieren van zijn regiment was geweten dat ze het gifgas niet hadden overleefd en dat er vijf anderen gewond waren.
Het aantal gedode, gekwetste en vermiste manschappen benaderde de honderdnegentig van de in totaal driehonderd mannen. Men hoopte dat veel van de vermisten niet te erg getroffen zouden zijn door dat gas en dat ze snel hun plaatsen opnieuw zouden kunnen innemen. Bij het ondergaan van de zon vonden hun kameraden van de 9th Lancers de begraven lijken van Francis Grenfell en Algy Court. Op Court’s gezicht stond een lach te lezen alsof hij rustig sliep. Grenfell bleek door het hart geschoten en leek al evenzeer in een diepe rust verzonken alsof hij met plezier vertrokken was naar een beter land waar hij zijn geliefde broer Rivy zou terugzien.
Algy was de dood van zijn broer aan de Aisne nooit echt te boven gekomen. Standvastige vrienden en fijne mannen waren ze geweest, zowel Grenfell als Court. Wat de vrede ons in de toekomst ook mocht brengen, nooit zouden ze de levens vervangen die de oorlog had ontnomen. Maar ze hadden toch maar een mooi voorbeeld nagelaten van de zuivere jonge mannelijkheid die Engeland zonder enige beperking had ingezet om voor de goede zaak te vechten. En voor wat mij betrof, lag hun herinnering niet in de graven maar in mijn hart waar ze van mij het eeuwig leven kregen.