banner
apr 16, 2025
144 Views
Reacties uitgeschakeld voor Een verschrikkelijk toneel

Een verschrikkelijk toneel

Written by
banner

Dinsdag 8 oktober 1918. Een schone gelegenheid had me toegelaten om vandaag eens naar huis te gaan. Onderweg reeds was het een verschrikkelijk toneel. Niets anders dan granaatkuilen. Van de dorpen Elverdinge en Brielen bestond er niets meer dan een stuk van de kerk. Huizen waren er niet meer te vinden en men kon nooit zeggen of ze hier ooit wel bestaan hadden. Goed dat ik wist dat het vroeger eens gemeenten waren geweest, anders wist of zag men het niet. Zelf was ik al buiten de dorpen gekomen en ik had ze niet opgemerkt, tenzij aan een of ander afgelegen huis van het dorp dat ik nog herkende.

Ik naderde weldra de stad Ieper en langzamerhand toonde het geraamte van sommige grote gebouwen aan dat dit vroeger Ieper geweest was. Ik was dadelijk naar mijn huis gegaan en had grote moeite om de straat terug te vinden. Ik moest me oriënteren op de hoek van de hallen waarvan hier en daar nog een stuk van recht stond. Dan telde ik hoeveel huizen er konden staan alvorens ik aan het onze kwam, want alles was weg, tot de grond verdwenen. Uiteindelijk vond ik toch de plaats van ons huis. Het voetpad dat wat achteruit sprong op die plaats duidde me het huis aan. Van de hele blok huizen van Dierickx tot aan De Zon bleef geen steen meer recht. Enkele tegels in de gang konden me nog de herberg aanwijzen en enkele flessen toonden het me nog beter aan.

Er lagen zelfs nog een tiental borden en ik had er zelfs intacte meegebracht. Niets bleef er over; men vond alleen nog maar enige stukken ijzer en fragmenten van granaten die overal in het rond lagen. Een stuk van het kurkmachine lag er ook, en ook van het wafelijzer, spuwbakje en stukken van potten en pannen. Ik had ook een stukje van de luster meegebracht als souvenir, maar anders vond ik hier niets van waarde en zo was het overal hetzelfde. Ik ben de hele stad doorgewandeld en hier en daar stonden nog stukken van huizen en muren, geraamten van huizen. De grote gebouwen in het algemeen behielden nog enige overblijfselen.

De vroegere grote en bijzonderste straten zouden gemaakt zijn van bakstenen over de puinhopen heen. Maar dat bleken leugens. De binnenstraten lagen verlaten en er werd niet doorgereden. Wat ook niet mogelijk was door het groot aantal granaatkuilen. Enkel de straten die tot buiten de stad leidden, werden bereden, wat opgeknapt en verzorgd. Nu werd de stad niet meer beschoten en hier en daar in de schuilplaatsen woonden nog enige soldaten, vooral van het Britse Rode Kruis. Men kon door en door de stad kijken en niets hinderde me om van het ene uiteinde in het andere te kijken. Op veel plaatsen groeide het gras en het onkruid wel een meter hoog.

Overal vond men nog granaten en eveneens stukken van kanonnen. De Sint-Maartenskerk kon ik nog herkennen aan zijn overblijfselen en dat was ook zo met de Sint-Pieterskerk en de Sint-Niklaaskerk, het college, de kazerne, wat van het station, de watertoren, het prison, het nieuwe en oude krankzinnigengesticht. Van de straten waren de Elverdingestraat, de de Stuerstraat en de Stationsstraat nog in de beste toestand, maar nog allen met stukken van muren die nog aantoonden dat daar ooit nog huizen gestaan hadden. Hier en daar vond ik nog namen en opschriften van cafés zoals ‘De Arend’ naast de brouwer en ‘Valcke’s’ in onze straat. Enkel nog enige muren stonden nog recht.

Van Dierickx tot aan de diamantslijpers – en dat was alles van de hele straat – waren er nog zeven stukken huizen en dat was alles, alles! Langs de andere kant was er niets meer, geen enkel huis! Ook zou men volgens het zicht zeggen dat de stad wel van een derde in oppervlakte verminderd was. Men was seffens overal. Het was alsof alles gekrompen en verdwenen was. Vanaf onze straat tot aan de lakenhalle deed men om het zo te zeggen in enkele stappen en de hallen stonden als tegen de huizen geplakt. Men zou niet zeggen dat de marktplaats vroeger zo groot was.

Het was niet waar wat men vertelde dat Ieper helemaal tot op de grond verwoest was, want men zag nog goed dat het Ieper geweest was voor wie de stad vroeger gekend had. Het was treurig om te aanschouwen en men zou er bij wenen. Het was eenvoudigweg ongelooflijk. Ik had alles goed bekeken en niemand moest nog denken om hier nog iets van waarde te vinden, hetzij in de huizen of onder de grond want alles was doorploegd en omgekeerd door de granaten.

Dit is een fragment uit Boek 1918-1924 van De Grote Kroniek van Ieper

Article Categories:
1918-1924
banner