banner
dec 25, 2024
133 Views
Reacties uitgeschakeld voor Dodelijke kanonbal bij de Torrepoort

Dodelijke kanonbal bij de Torrepoort

Written by
banner

Woensdag 17 juni 1744. Koning Lodewijk XV was vanavond aangekomen in zijn kamp te Vlamertinge. Samen met maarschalk de Noailles en graaf d’Argenton hadden ze de kaarten bestudeerd die hem voorgelegd waren, samen met de diverse graafwerken die ze de voorbije dagen uitgevoerd hadden langs de twee aanvalslinies richting Ieper. De koning ordonneerde dat hij nog diezelfde avond en de volgende ochtend een rondgang zou krijgen in de loopgraven met de vlaggen. De twee aanvallen moesten uitgevoerd te worden aan de kant van de Neerstad. De aanval links – de koninklijke aanval – spitste zich toe op het hoornwerk van Elverdinge en de linkerkant ervan, dat van Belle. De frontlijn van deze aanval bedroeg 1.350 meter of 700 à 800 ‘toisen’. En de aanvalslijn links met de graaf van Clermont in bevel, strekte zich uit van daar tot aan het kanaal van Boezinge.

De prins van Hessen, Philipps-Thal die de commandant van Ieper was, had niet eens de tijd gehad om bomen te kappen en hagen te ruimen die de voorste werken konden camoufleren om dicht bij Ieper te komen. Maarschalk de Noailles had ervan geprofiteerd om over de hele breedte van de koninklijke frontlijn redoutes aan te leggen, waarvan de verst gelegen exemplaren zich maar op 250 meter van de Ieperse palissaden bevonden. De belegerden hadden hun infrastructuurwerken pas op 15 juni opgemerkt toen de Noailles het bevel had gegeven om communicatielijnen aan te leggen tussen de diverse redoutes en toen de Fransen begonnen waren met het plaatsen van batterijen op deze communicatielinies. Die vormden nu de eerste parallelle lijn met de tranchees. Sinds de dag dat ze begonnen waren aan hun beleg hadden de belegerden niet opgehouden met schieten op de plaatsen waarvan ze dachten dat de Fransen zich aan het ingraven waren. Ze hadden de voortgang van de werken van de linkse aanvalslijn bemerkt en hadden het schieten verdubbeld, zonder al te veel succes.

Donderdag 18 juni 1744. Om 11u klommen de zes bataljons van het regiment van de Franse garde, twee eenheden grenadiers en andere regimenten samen met honderd Dragonders uit de tranchee van de koninklijke aanvalslijn, onder het bevel van de heer Cebert, luitenant-generaal en van maarschalk de Zurlauben. Deze troepen bezetten de redoutes en de communicatielinies die maarschalk de Noailles had laten aanleggen. En vanaf het moment dat de koninklijke vlaggen er opgesteld stonden, begon een batterij van zes 33-ponderkanonnen en een andere batterij van twintig mortierlanceerders te schieten. Het geschut van deze batterijen bleef de hele dag aanhouden en domineerde dat van de belegerden. De Fransen kwamen los van de parallel vanuit drie locaties en maakten voortgang via diverse gangen over ongeveer 120 meter van die parallel.

Tegelijk werkten de Fransen aan het perfectioneren van een batterij van zeventien kanonnen die morgen bij dageraad zouden beginnen te vuren. Bij de aanval op links waarvan de frontlijn van 1.000 meter de twee redoutes behelsde – het overstromingsgebied van de vijvers – verlieten luitenant-generaal markies van Maubourg en kampmaarschalk de la Rivière om 18u de loopgraaf met drie bataljons van drie regimenten, Grenadiers, Lansiers en Dragonders. Ze groeven de hele nacht t.h.v. de linkerzijde van hun aanvalszone aan een sappe of aanvalsloopgraaf van 125 meter die zich uitstrekte voor de eerste redoute waar men nu een batterij mortierlanceerders installeerde die morgen in staat zouden zijn om te schieten.

In Ieper bemerkten ze dat de Fransen klaar waren in al hun bedekte werken en precies op de middag hadden ze de tranchees geopend en dan zag men de vendels zwieren die geplant waren op hun batterijen. Vanaf die tijd begonnen ze te schieten naar de stad en naar de batterijen van de Hollanders, en ze hadden ook bommen gesmeten. Na de middag – om 15u – werd er een kind dodelijk getroffen door een kanonbal, zittend in een woning bij de Torrepoort, zich uitstrekkend tot achter de tuin van de paters recolletten. In de namiddag was de eerste bom gevallen in de Elverdingestraat tegen de muur van jonker Labussche de Massiet, heer van Reningelst etc., die aan dat huis grote schade had aangericht.

Rond de avond was er een bom gevallen in de woning van Baes Woestijn rechtover de kerk van de eerwaarde paters augustijnen, welke Woestijn en zijn vrouw zwaar gewond werden. Zijn dochter en een vrouw die in hetzelfde huis woonden, waren helemaal teniet gedaan en al hun meubelen waren vernield. En ware het niet geweest van de paters augustijnen en andere buren, dan zou deze Woestijn en zijn vrouw, de dochter van het vermelde wijf versmacht geweest zijn onder de materialen.

Dit is een fragment uit Boek 1600-1784 van De Grote Kroniek van Ieper

Article Categories:
1600-1784
banner