Zondag 16 september 1860. Wat waren ze snel voorbijgegaan! Maar ze waren goed gevuld, die enkele uren dat onze koning Leopold I in Ieper op bezoek gekomen was. We probeerden zo goed als kwaad mogelijk een beschrijving te geven van de afgelopen dag. Al van in de vooravond gisteren kregen we te maken met de aankomst van nogal veel vreemdelingen en er heerste een buitengewone animositeit in de stad. We hadden al eerder geschreven over de riante en pittoreske versieringen die onze straten en publieke plaatsen tooiden. Vanochtend was de massa volk nog meer aangegroeid en de inwoners van het omliggende overspoelden als het ware de Ieperse straten.
Rond de middag stonden de burgerlijke en militaire overheden aan het station te wachten op de aankomst van de koninklijke familie. We bemerkten eveneens de prefect van het département du Nord die afgekomen was om de koning in naam van de Franse keizer te komen begroeten. De Ieperse burgerwacht en een bataljon van de 11e Linie stonden in de houding in het stationsgebouw. Buiten vormden de mannen van de rijschool een erehaag. Rond 12u30 kondigde het kanon de komst aan van de koninklijke trein. Bij de aankomst was de Brabançonne te horen. De koning die vergezeld was van de hertog en hertogin van Brabant en de graaf van Vlaanderen, ontving de gelukwensen van de autoriteiten en stapte in zijn koninklijk voertuig. Warme kreten stegen op vanuit het publiek toen hij de stad binnenreed. De koning droeg zijn uniform van luitenant-generaal, de prinsen die van generaal-majoor. Bij hen bevonden zich nog heel wat hoge gasten van het koninklijk Hof.
De stoet nam de weg tussen twee menselijke hagen, bij het gebulder van artillerieschoten en onder het majestueus luiden van de klokken en de tonen van de Ieperse beiaard. Maar toch werden al die geluiden overstemd door het enthousiasme van het publiek. Helemaal langsheen het immense parcours van aan het station tot aan de woning van senator Mazeman werden de gasten gevolgd door de werkende gilden, de literaire verenigingen van de stad en zijn omgeving, de diverse muziekkorpsen die deelnamen aan het festival van vandaag. En achter hen volgde tenslotte een ongelooflijke massa mensen. Het ‘Leve de koning, leve de koninklijke familie’ weerklonk zonder ophouden uit duizenden monden.
Rond 14u30 volgde de inhuldiging van de standbeelden van de graven van Vlaanderen die onlangs geplaatst werden in de voorgevel van de lakenhalle. Voor de koning en zijn gezelschap die gezeten waren in een kiosk die voor de gelegenheid opgesteld stond op de Grote Markt defileerden opeenvolgend en voorafgegaan door de muziekkorpsen talrijke verenigingen en maatschappijen die gevolg gegeven hadden aan de oproep van het stadsbestuur. Het was voor ons niet mogelijk om al dat enthousiasme te omschrijven die er vanuit de menigte oprees telkens de koning zich waardig achtte om de voorbijgangers te groeten en te salueren. Het was precies die grote vreugde van de mensen bij het zien van hun koning die dit feest tot zo’n éclatante gebeurtenis maakte.
Na de ceremonie kwamen de stedelijke en militaire autoriteiten tot bij de koning om hem te begroeten. Zelfs bisschop Malou van Brugge, aan kop van zijn clerus, was van de partij en hij vereerde de koning met een toespraak. En ook de koning sprak zijn woordje. Een groepje jonge meisjes overhandigde een charmante en schitterende bloementuil aan de hertogin van Brabant. Om 19u bood het stadsbestuur een banket aan en konden de hoge gasten aanschuiven in de grote zaal van de lakenhalle. Het somptueus banket werd opgediend voor 300 gasten. Tijdens het avondmaal lieten de uitstekende muziekkorpsen van de Ieperse brandweer en van het 11e Linieregiment zich om beurten horen. Voor een cantate gezongen door de onderofficieren van het 11e Linie werd fel geapplaudisseerd. De heer Alphonse Vandenpeereboom, onze burgemeester bracht een toast uit op de gezondheid van de koning terwijl de echo’s van vaderlandslievendheid door de zaal weergalmden.
De koning gaf in zijn antwoord aan dat hij de ontvangst hier in deze stad van Ieper nooit zou vergeten. Bij het aanbreken van het banket overspoelde een prachtige verlichting met al zijn vuren de straten met als hoogtepunt een festival op de Grote Markt. Uiteindelijk besloot een mooi vuurwerk deze veel te korte dag. De volgende ochtend – voor zijn vertrek – zouden de koning en de prinsen een bezoek brengen aan de Sint-Maartenskerk, in het gezelschap van hofmaarschalk Vanderstraeten, generaal de Lannoy en de minister van Buitenlandse Zaken. Rond 11u zouden onze illustere gasten Ieper verlaten, op het geluid van onze klokken en van het kanon terwijl voor een laatste keer ‘Leve de koning, leve de koninklijke familie’ weerklonk.
Dit is een fragment uit Boek 1830-1876 van De Grote Kroniek van Ieper


