banner
jan 20, 2025
91 Views
Reacties uitgeschakeld voor Het Wielken en de Waterpoort

Het Wielken en de Waterpoort

Written by
banner

Donderdag 25 juni 1744. Afgelopen nacht waren de Fransen in de palissaden gebroken waar de Hollanders waren en daardoor hoorde men niets anders roepen dan ‘Vive le Roy de France, tout à nous’. Toen de Hollanders dat zagen en hoorden, riepen ze om hun kwartier maar daar werd hen beantwoord dat er geen kwartier meer was en ze hadden de Hollanders die zich daar in contrescarpen bevonden, gedood en op de vlucht gejaagd. Maar de vluchtelingen die meenden een brug te passeren, vonden zich bedrogen omdat de brug afgetrokken was waardoor velen verdronken en de rest gevangengenomen werd.

De gevangenen werden weggevoerd naar Vlamertinge. Men rekende het verlies in die aanval van de kant van de Hollanders op 180 mannen en er waren ook veel Fransen dood gebleven. Het getier van het kanon was schromelijk, het afschieten van de bommen talrijk en het lossen van het musket gestaag, zodat elke burger in de grootste benauwdheid was en de schade die wederom aan alle gebouwen gebeurde, was overgroot.

Zo was er onder andere een kanonbal door het orgel van de paters recolletten gevlogen en van daar in het schilderij van Onze-Lieve-Vrouw van Thuyne naast het miraculeus beeld van Onze-Lieve-Vrouw en zij was in dit schilderij blijven rusten. Ook was er een kanonbal geschoten in de achtergevel van het huis van juffrouw weduwe Cardinael en de bal was daar blijven zitten en tot een memorie hadden ze die daarin laten metsen. En diezelfde dag was er een bom gevallen in het huis palende aan een zijde van de stadsvesten en aan de andere zijde aan het huis van huidvetter Yweins, waardoor het gebouw in brand geraakte en het vuur zo sterk uitbreiding nam dat iedereen verschrikt was voor een algemene brand. Iedereen stond klaar om hulp te bieden.

De drie stadsspuiten waren aan het werk om continu water te geven. De carmers, augustijnen, predikheren, recolletten, kapucijnen en de discalsen waren allen aan het werk om te blussen alsmede veel Hollandse soldaten die ook grote hulp boden.

Maar ondanks alle inspanningen was dit huis met al hetgeen er zich in bevond helemaal verbrand waarin veel weggestoken goederen waren die allemaal door de vlammen geconsumeerd werden. Tot grote schade van velen. Men rekende de schade op 1.700 ponden groot. Nog voor de middag was de woning van knopenmaker Verleure verpletterd en werd hijzelf gekwetst. Dat was ook het geval voor een kind dat de moeder op haar armen hield en door een kanonbal gedood werd, en de moeder dodelijk gekwetst. Ze werd direct naar het gasthuis gedragen. Dit ongeluk gebeurde voor de woning van de heer Gillis Costenobel, schuppenier in de Diksmuidestraat. Voorts viel er een bom in een huis bij de Torrepoort, waarin elf personen bezig waren met thee te drinken, aan dewelke geen ongemakken gebeurd waren, maar er was wel grote schade aan het huis.

Het kind van Guilliame Maerten, een knechtje van een jaar of negen was door een kanonbal doodgeschoten en een ander kind waarmee het zelf aan het spelen was, zwaar gewond. De nieuwe stad werd grotendeels geschonden, zoals dat ook het geval was met de kranen die op de Kaai stonden en die het goed in en uit de schepen losten. Dat was ook het geval met de molen in de nieuwe stad, staande van gelijke. De Waterpoort werd ook al zwaar beschadigd net als het huis genaamd het Wielken toebehorende tot de stad. Op diezelfde dag, in de avond omtrent 21u hadden we de Hollandse vendels zien aanbrengen om die te verplanten, terwijl ondertussen de Hollandse trommel sloeg om het Franse leger te verwittigen.

De Hollandse vaandels werden geplant op de batterij van de Boezingestraat, wezende het vendel van het regiment Crompton en het ander in de fortificatie van deze stad op een hoogte achter het nieuwe Barbelhof. Dat was het vendel van het regiment Goustant, Zwitsers. Op welk teken het Franse leger direct toegekomen was na het planten van het vendel. Men was daarna begonnen proposities van capitulatie te doen. En daarna was het Frans leger vertrokken naar hun tranchees en de generaals naar Vlamertinge om te rapporteren aan de koning.

In de stad veranderde – na het planten van de vendels – de grote droefheid in grote blijdschap. Men zag alle mensen op de stadsvesten lopen, met zo’n grote menigte dat de Hollanders hen niet meester waren om hen te doen terugkeren. Maar ook de Hollanders waren zeer verblijd omdat ze wisten dat er een einde zou komen aan hun benauwdheid. Men zag dan alle slag van mensen op de vesten, bij ontelbaar getal die door hun blijdschap verrukt waren, kreupel en mank, jong en oud, rijk en arm.

Sommigen die in 25 jaar niet op de vesten waren geweest, kwamen daar toe, de vrouwen met hun kinderen op de arm of aan de hand waren er ook. Het geroep was zo groot en het duurde zo lang van ‘Vive le Roy de France’, dat de Hollanders daar zeer verbitterd om waren. Maar door het toedoen van veel eerlijke lieden werd het geroep gestild. Men zag aan alle kanten in het machtig leger van de Fransen de wapens en vendels van zijne majesteit van Frankrijk, men hoorde niets anders dan vreugde van alle soorten van muzikale instrumenten als van bassen, violen, goubois, schalmeien, etc. en in tegendeel zag men ook veel plunderaars in de warmoezierhoven en de verlaten huizen, dieven die alles wat hen aanstond meedroegen. Men zag de wagens van de molenaars en groenseliers in stukken slaan om het ijzer te verkopen.

Dit is een fragment uit Boek 1600-1784 van De Grote Kroniek van Ieper

Article Categories:
1600-1784
banner