banner
dec 18, 2024
215 Views
Reacties uitgeschakeld voor De bevrijding van Vlamertinge

De bevrijding van Vlamertinge

Written by
banner

Woensdag 6 september 1944. Vlamertinge. Nauwelijks was de laatste Duitse soldaat hier te voet voorbijgetrokken of men hoorde het mitrailleurgeschut uit de richting van Poperinge dichter en dichter komen. De mensen trokken zich meestal uit voorzichtigheid terug in hun huizen. Opeens hoorden we het ratelend en oorverdovend gerucht van zware tanks die op de betonweg voorbijreden. De mensen keken door de ramen; ‘Het zijn de Engelsen! De Engelsen zijn daar!!’, was de algemene kreet en iedereen stormde naar buiten en begroette luidruchtig en uitbundig deze bevrijders. We hadden zo lang alles moeten verzwijgen en opkroppen maar nu mochten iedereen de vrije teugel vieren voor de vreugde van de bevrijding. Sommige inwoners waren tot tranen toe bewogen. Bij deze intocht werden bloemen en fruit op de voorbijrijdende tanks en auto’s geworpen en weldra prijkte de Belgische vlag aan veel huizen.

Het was onmogelijk om de vreugde en de blijdschap van de mensen te beschrijven bij de aankomst van dit machtig en groots gemotoriseerd bevrijdingsleger en voor velen zou de herinnering aan deze eerste bevrijders nog lang bijblijven. Het was 13u30 toen de eerste vijf pantserwagens hier voorbijreden, met korte tussenpozen gevolgd door veertig à vijftig van dergelijke zware tanks, waar motorrijders zich tussen mengden. En daarna kwamen er vrachtwagens, kleine gepantserde auto’s, personenauto’s, motoren Rode Kruiswagens, afweergeschut, kanonnen, enz. Het was een doortocht die duurde tot rond 22u. Op elke grote pantserwagen stond er kalm en statig een koene waarnemer met de vreugde op zijn wezen, omwille van het goed onthaal. Met de ene hand wuifde hij terug naar de mensen, al vermoeid van het vele wedergroeten of toonde het V-teken van victorie, gevormd met twee vingers terwijl hij met de andere hand een microfoon vasthield, want deze pantservoertuigen stonden in radiotelefonische verbinding met elkaar.

Velen beschikten ook over een verrekijker waarmee ze de omgeving afspeurden naar onraad. Het gebeurde immers nog dat ze sporadisch beschoten werden door achtergebleven of achterhaalde Duitse soldaten. Na het voorbijrijden van die zware tanks, gedurende een kleine tussenpoze van ander aanrollend oorlogsmaterieel, werd aan het kapelletje van Onze-Lieve-Vrouw van Troost op het Hoeksken en door een vijftigtal buren spontaan een tientje van de paternoster gebeden om Onze-Lieve-Vrouw te bedanken voor deze plotse en gemakkelijke bevrijding. Niet alleen de waarnemers op de tanks werden geestdriftig toegejuicht door de bevolking maar ook alle soldaten die volgden, zowel die per auto als per moto. De mensen leefden in een roes van vreugde. Van zodra er auto’s stilhielden en er soldaten uitstapten, omringde het volk deze bruingebrande koene strijders en men bemerkte dadelijk het woord ‘Poland’ op het bovenste deel van hun mouw.

Het bleken geen Engelsen te zijn, geen Amerikanen of Canadezen, maar Polen! Deze Poolse geblindeerde afdeling onder het bevel van generaal Maczek maakte deel uit van het eerste Canadees leger. Leve Polen! Bij hun intocht schoten de Polen enkele mitrailleurkogels op de Brandhoek nabij de Galgestraat waar strijdende Duitsers zich verscholen hielden achter de spoorweg. Op de hofstede van Jerome Devos en bij herberg Buda waren de Duitsers aan het wegtrekken toen de eerste Poolse tanks in zicht kwamen. Sommige Duitsers schoten met hun geweer naar die tanks maar spoedig kregen ze enkele mitrailleurkogels terug. Tijdens deze schermutseling werden vier Duitse paarden gedood. Enkele Duitsers vluchtten weg over het veld terwijl anderen zich krijgsgevangen gaven.

Van op de velden bij de hofstede van Omer Clarebout nabij de Lombaardbeek schoot een Duitse soldaat met een mitrailleur naar Poolse tanks maar het duurde niet lang voor hij zelf neergekogeld werd. Terwijl deze Poolse tanks naar Ieper oprukten en de stad gedeeltelijk omsingelden, werd aan de Poolse tanks die vanuit Dikkebus kwamen ruim een uur weerstand geboden op de Krommenelst. In de Vijverdreef schoten de Duitsers met een paar antitankkanonnen en veel Duitse soldaten die zich achter de gebouwen of in loopgrachten langs de weg Ieper-Dikkebus verscholen hielden, zetten de strijd voort teneinde zoveel mogelijk de voortgang van het aanrollende leger te stremmen. Deze weerstandsnesten werden weldra door de Pools tanks uitgeroeid en ook hier werd menig krijgsgevangene gemaakt.

Tijdens dit gevecht werd een Duitse soldaat gedood in de weide van landbouwer Benoit Gombeer. Daarbij werden verscheidene huizen minder of meer beschadigd, enkele koeien gedood, een loeie vlas, een mijt koolzaadstengels en de stalling van herberg De Hovenier in brand gestoken. Na deze weerstand gebroken te hebben, omsingelden de Polen de stad Ieper langs de Augustijnenstraat en de Kruisstraat en nog dezelfde avond was ook Ieper bevrijd. ‘s Avonds werd een Poolse motorijder die bij Ieper door granaatscherven aan het hoofd gekwetst raakte met een ambulancewagen naar de Krommenelst gevoerd ter verpleging, maar deze dappere krijger overleed nog diezelfde nacht en hij werd begraven in de tuin van Julien Cappelle. De twee bovenvermelde Duitse soldaten werden op 7 september begraven op het gemeentekerkhof van Vlamertinge. Onderpastoor Devynck had de absouten gebeden bij hun teraardebestelling.

Op zowat elk gemotoriseerd voertuig van de Polen was met krijt geschreven dat deze of gene gemeente of stad op zulk een dag en uur bevrijd was. Natuurlijk werd de bevrijding van Vlamertinge en zelfs van de Brandhoek op het een of ander voertuig vermeld. We bemerkten weinig Engelse vliegtuigen boven de streek tijdens deze zegevierende intocht. Terwijl de autocolonnes rond 19u langs de weg stilhielden, schoten de Duitsers gedurende ongeveer een kwartier enkele tientallen brisant obussen af op Vlamertinge. Een tiental ervan vielen rond de hofstede ‘Het Legergoed’ waar in een weide vier paarden van landbouwer Arthur Vandeputte gedood werden. Ook op de hofstede van Daniel Derycke langs de Brielenstraat werden twee koeien gekwetst en er viel een obus op het woonhuis. Nog op andere plaatsen, zo ander andere bij de hofstede van Cyriel Struyve en rond de Augustijnen- en Omloopstraat vielen diverse brisant obussen op het land.

Met het vallen van de avond verwijderden veel auto’s en kanonnen zich van de grote verkeersweg tussen het Hoeksken en de Dorpsplaats en toen het klaar werd de volgende ochtend bemerkte men op de landerijen tussen Bonte ’s dreef en de Hospitaalstraat tientallen kanonnen in slagorde. Gelukkig hadden die niet in actie moeten treden. De Polen waren hier nog maar nauwelijks toegekomen of de mannen van de Witte Brigade gingen al over tot de aanhouding van de Duitse soldaten die zich hier en daar hadden teruggetrokken of zich verscholen hielden. De krijgsgevangenen die gemaakt werden op de Krommenelst niet meegerekend werden er te Vlamertinge 6 Duitse officieren en 187 Duitse soldaten krijgsgevangen genomen. De soldaten werden opgesloten in de gemeenteschool en de officieren eerst in het huis van Charles Vereecke en later in het gemeentehuis.

Onder deze krijgsgevangenen bevonden zich verscheidene Polen die verplicht geweest waren om soldaat te spelen voor Duitsland en deze Poolse krijgsgevangenen werden direct door de voornoemde Poolse legerafdeling meegekomen. De wind die sedert enige dagen nogal hevig was geweest, was nu gestild en tijdens die heugelijke namiddag werd het warempel schoon weer. Maar het zou dan de hele nacht en de volgende nacht regenen. Tijdens de avond van onze bevrijdingsdag toen de bevolking nog in een feestroes verkeerde, waren er enkele inwoners al belust op wraak tegen enige personen die min of meer verdacht waren van aangekleefd te zijn aan de Duitse strekkingen. Gemeentesecretaris Omer Lignel die ook bevelhebber was van het pompierkorps had van verschillende kanten vernomen dat enkele lieden uit de volksklasse beraamd hadden om de verdachte Duitsgezinden van hun bed te lichten. Er waren zelfs enkele mannen hem komen vragen om enkele liter benzine te overhandigen teneinde het huis van burgemeester Rafaël Six in brand te steken.

Omdat hij vreesde voor onlusten en baldadigheden van opgehitste mensen besloot de secretaris uit eigen beweging om sommige inwoners die bekend stonden als Duits-vriendelijk te verwittigen. Hij bezorgde hen een briefje om hen te verwittigen van deze wraakacties en dat ze zich zo snel mogelijk moesten komen aanbieden op gemeentehuis waar voor hun veiligheid zou gezorgd worden. Die mensen boden zich nog diezelfde avond aan en gewapende pompiers hielden de wacht bij hen. Aangezien de burgemeester zich zelf onder vrijwillige bewaking had gesteld en dat de vorige burgemeester Florentin Bouton zijn ambt nog niet hernomen had, besloot secretaris Lignel om schoolhoofd Pieter Vanhove en handelaar Jerome Dehaeck te vragen om hem in deze moeilijke tijden bij te staan als raadgevers, hetgeen ze geaccepteerd hadden. Beide raadgevers bleven standvastig op het gemeentehuis gedurende 6 en 7 september.

Dit is een fragment uit Boek 1925-1945 van De Grote Kroniek van Ieper

Article Categories:
1925-1945
banner