Woensdag 18 juni 1794. Op de donderdag voor Pinksteren hadden de Fransen zich nu op Ieper en omgeving gesmeten. Ze kwamen van Menen via Dadizele en de Moorsledestraat tot aan de Waterdam. En van de noordwestelijke kant verplaatsten ze zich naar Passendale waar hun hoofdkwartier geïnstalleerd was. De Nations waren er 17 dagen gebleven. Aan de westelijke kant, naar Ieper toe en in Ieper zelf hadden ze grote schade aangericht. De Fransen staken het klooster van de Nonnenbossen in brand en vernielden een ontelbare hoeveelheid woningen. Rond de honderd burgers verloren hun leven door invallende bommen en granaten. Op 18 juni 1794 was Ieper bij capitulatie naar de Fransen overgegaan. Daarbij hadden ze 6.400 gevangenen bekomen.
Van plundering in Ieper was geen sprake, de Fransen eisten het gewoonweg op. Veel goed werd weggevoerd uit Ieper, materiaal dat ze verkochten ‘in maxima’, dat wil zeggen dat ze een bevelschrift uitgaven waarbij ze eigenhandig de prijzen vaststelden, en ze betaalden die dan met hun biljetten. Zo werd bijvoorbeeld een pond suiker gekocht aan 16 stuivers ‘in de maximum’ en dat leidde tot aankopen van 10 stuivers en nog minder. Een truc die toegepast werd op alle goederen. Niet moeilijk dat de meeste winkels zo goed als droog stonden omdat alles verkocht was aan de Fransen.
Nu Ieper in hun greep was, trokken de Fransen verderop, door heel het land, recht naar Brugge en Gent en zelfs tot Mechelen toe. Ze vervolgden hun vijanden en dreven hen op van de ene plaats naar de andere. De Franse vluchtelingen – de door hen gehate émigrés – pakten ze op en smeten ze vervolgens dood. Op veel parochies en dorpen eisten ze grote contributies in ruil om niet aan het plunderen te slaan. Ja, de Fransen rukten altijd maar verder op en in al hun veroverde gebieden legden ze hun nieuwe constitutie van de Franse republiek op aan de inwoners.
Donderdag 19 juni 1794. De republikeinen waren om 9u in de stad gekomen. Ze namen de hele bezetting krijgsgevangen, die bestond uit ongeveer 8.000 mannen die allen diezelfde dag uit de stad werd weggeleid. Toen ze buiten de Mesenpoort kwamen, op de oever van de vesting hadden ze al hun geweren en wapens moeten afleggen en ze mochten dan met hun ranselzak vertrekken, elkeen naar de stad die hen toegewezen was. Ieper werd nu voorgoed ingelijfd bij de Franse republiek, waarvan de stad voortaan het lot moest delen.
De zevenduizend voornamelijk Duitse soldaten die Ieper verdedigden tegen de Franse inval werden met zijn allen uit de stad geleid. De Fransen vonden om en nabij de Grote Markt enorme hoeveelheden munitie maar vooral reusachtige hoeveelheden graan in publieke magazijnen en bij de inwoners. Al het materiaal van het garnizoen werd naar Rijsel getransporteerd. Al bij al had Ieper weinig schade opgelopen bij de aanval. Met uitzondering van de omgeving tussen de Boterstraat en de Elverdingestraat waar meerdere woningen en kloosters volledig verwoest waren door de inslagen van obussen.
Het vaandel van de vrijheid wapperde opnieuw boven de halletoren. ‘Liberté, Fraternité, Egalité’. Het Ancien Régime had definitief afgedaan te Ieper, want de Oostenrijkers kwamen niet meer terug. Het betekende het definitief einde van een feodale maatschappij die het zo goed als duizend jaar had uitgehouden.
Gisteren was de definitieve capitulatie van de stad ondertekend. Vanochtend verlieten de geallieerde troepen Ieper en kwamen de Fransen binnen die meteen opnieuw hun administratief en bestuurlijk systeem invoerden. Het kwam na de inname niet tot de gebruikelijke grootscheepse plunderingen. Heel wat huizen waren beschadigd en een zestigtal burgers hadden de beschietingen niet overleefd en vermoedelijk moesten zich ook een groot aantal gewonden onder de burgerbevolking bevinden. 371 Oostenrijkse militairen zouden hun vaderland nooit meer terugzien.
Dat betekende dat 6% van het garnizoen gesneuveld was. Het ancien régime in Ieper kwam vandaag nu definitief aan zijn einde. De Franse driekleur werd gehesen, de vrijheidsboom geplant en de leuze ‘Vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid’ verscheen als motto op officiële papieren. Alle voorrechten van de adel en geestelijkheid werden definitief afgeschaft en na enkele maanden zouden onze streken helemaal ingelijfd worden bij Frankrijk.
Vrijdag 20 juni 1794. Al de voerlieden en karrenlieden van de Hessense troepen werden met diverse veld- en krijgswagens via de Mesenpoort naar Rijsel geleid. Vandaag werd ook het vaandel van de vrijheid op de halletoren aangebracht. Het betrof het rood-wit-blauw vrijheidsvaandel dat op het belfort werd gehesen. Enkele dagen later plantte men de vrijheidsboom op de Grote Markt, rechtover de Diksmuidestraat. Met op de top de jakobijnse rode muts met het driekleurig vaandel er onder. Daags nadien plaatste men er een hekken rond, dat in rode, witte en blauwe kleuren stak.
Dit is een fragment uit Boek 1785-1829 van De Grote Kroniek van Ieper


