banner
apr 29, 2025
189 Views
Reacties uitgeschakeld voor Steengruis voor de Verlorenhoek

Steengruis voor de Verlorenhoek

Written by
banner

Het jaar 1886. Het schepencollege wenst in de lente van 1886 aanpassingen aan te brengen aan de openbare urinoirs om die geschikter te maken aan de regels voor de hygiëne. De burgemeester presenteert een plan van de stadsarchitect i.v.m. de aanleg van een urinoir op het nieuwe Sint-Maartensplein. Hij toont zich eveneens voorstander van de installatie van nieuwe latrines en urinoirs in de binnenkoer van de lakenhalle en de overdekte markt.

Over de winter hebben we het nog niet gehad maar toch mag die van 1885-1886 gerekend worden onder de langste en strengste die we ooit gekend hebben. Op 20 maart 1886 tekent de thermometer nog altijd 5 tot 8 graden vorst aan. We moeten al terugkeren tot in 1845 om nog dergelijke koude maartmaand te vinden als die van dit jaar. Op 3 april 1886 gaat het schepencollege over tot het dempen van de vestingen en de afbraak van de stadsversterkingen die zich bevinden aan de westelijke zijde van Ieper, heel dicht gelegen bij het instituut van de Roesbrugge Dames.

Er wordt onmiddellijk aangevangen met de werken met als doel om werk te verschaffen aan de talrijke werkloze Ieperse arbeiders. Het doel is om in de omgeving van het station een nieuw kwartier te creëren dat de stad zou kunnen uitbreiden. Het afbreken van het bolwerk aan de kant van het station zorgt voor een grote hoeveelheid steengruis dat uitnemend geschikt is voor het verbeteren van de lage aardewegen die ’s winters onder water staan of haast onbruikbaar worden door het bovenmatig slijk.

Het stadsbestuur laat toe aan de inwoners om het steengruis af te halen om hun wegen ermee te verbeteren en tot op heden zijn er al meer dan 250 karren afgehaald voor het verbeteren van de aardewegen bij de Verlorenhoek, aan het Wit Huis bij de weg naar Kemmel en de Augustijnenstraat die de steenwegen van Brielen en Vlamertinge met elkaar verbindt. Begin mei keurt het stadsbestuur het reglement van de zwemkom goed. Op dinsdag, woensdag en donderdag tussen 7u en 10u is het zwembad exclusief toegankelijk voor dames.

De kom staat ter beschikking van de soldaten van het garnizoen op alle maandagen tussen 5u en 9u30 en op de zaterdagen tussen 6u en 10u30. De toegang is de hele zaterdag en de zondagvoormiddag gratis voor de mannen. Voor de dames is dat op woensdagvoormiddag. Mannen en vrouwen dienen zich te kleden in respectievelijk een caleçon en een badjas. Het wordt strikt verboden om zeep toe te voegen aan het bad om de zuiverheid van het zwemwater op te drijven. Honden zijn niet toegelaten en zich in dronken toestand in het water wagen al evenmin. Het is zeker niet toegelaten om te baden indien men door een of andere besmettelijke ziekte is aangetast.

Het is best een goedgevulde gemeenteraadszitting op zaterdag 3 juli 1886. De afbraak van de vestingen aan de kant van het station wordt volgens raadslid de Stuers algemeen goed aanvaard door de bevolking. Maar toch kan de stad die altijd al ingesloten was tussen zijn muren en het vestingwater deze afbraak niet realiseren zonder daarbij een algemeen plan op te stellen van de vrij te komen ruimte, een plan dat moet tegemoet komen aan heel wat stedelijke verzuchtingen.

Zo kan het huidig station onmogelijk volstaan voor het vervoer van reizigers en goederen. Het nietig stationsgebouwtje is bijlange niet groot genoeg om al de boerinnen onderdak te bieden bij hun terugkeer van de markten. Het is werkelijk betreurenswaardig om te zien hoe deze vrouwen buiten moeten blijven wachten tijdens het slecht weer en ze niet eens de kans krijgen om zich ergens onderdak te verschaffen. Pas als er beslist wordt over de uitbreiding van het station kan men overgaan tot aan het bouwen van een aanlegkade die in verbinding staat met het voorziene kanaal Leie-Ieperlee, parallel met het station. Ook hier moet de Staat zijn rol spelen door te zorgen dat dit kanaal eindelijk bevaarbaar kan worden, want anders heeft deze spuikom naast het station geen zin.

De wegen moet aangelegd worden op een manier dat ze min of meer parallel van elkaar zullen lopen en onderling verbonden door lanen die de opgevulde vestingen zullen vervangen en de stad zullen omringen. Bij deze gelegenheid moet men onderzoeken of het deel van de steenweg naar Veurne – tussen Café des Boulevards en de uithoek van de viaduct naar de Elverdingestraat niet moet heraangelegd worden met de bedoeling om het traject richting station in te korten en tot aan de spoorwegbrug over het kanaal te doen lopen.

Dit kan natuurlijk maar pas aangepakt en goedgekeurd worden nadat de exacte locatie van het spoorwegstation definitief vastgelegd zal zijn. Het gebouw moet bij voorkeur opgetrokken worden rechtover de Boterstraat en de Vleeshouwersstraat. De noordelijke zijde van de Boterstraat en de zuidelijke kant van de Vleeshouwersstraat zullen uitgelengd worden op een manier dat die nieuwe straten een mooie vierkante of rechthoekige plaats zullen kunnen vormen voor het nieuw stationsgebouw.

Dit is een fragment uit ‘Het Boek – De Geschiedenis van Ieper’

Article Categories:
Het Boek
banner