banner
nov 29, 2024
110 Views
Reacties uitgeschakeld voor Vergiftigde gaze

Vergiftigde gaze

Written by
banner

Vrijdag 23 april 1915. Heel slecht nieuws. Te Langemark, Steenstrate en verder langs de kant van St-Juliaan hadden de Duitsers een verraderlijke aanval gepleegd en voor de eerste maal in onze streek hun toevlucht genomen tot de vergiftigde ‘gaze’. Daar hadden onze soldaten zich helaas nooit aan durven verwachten en niemand was er dus op voorbereid. De eerste rangen vielen onder het gif nog voor ze de tijd kregen om zich te verweren, anderen sprongen uit hun loopgraven en werden daarbij genadeloos weggemaaid door de mitrailleurs van de vijand. Wie wel kon vluchten viel verstikt neer langs de weg; anderen konden eindelijk op een plaats geraken waar de lucht wat menselijker was en stelden zich daar in staat van verdediging.

Hier en daar ijlden ze als waanzinnigen de dorpen in, al schreeuwend ‘verraad! vergif! de Duitsers!’ En ondertussen regende het bommen en shrapnels op heel de streek van Langemark, Boezinge, Sint-Juliaan en Sint-Jan, tot zelfs in Ieper. Ook de burgers die in die streek nog thuisgebleven waren, werden het gas gewaar en ze zagen de soldaten angstig en vluchtend. Wat gedaan? Nee, geen ogenblik hadden ze te verliezen, wilden ze aan de vijand ontsnappen. Ze moesten vluchten. Velen zonder volstrekt iets mee te nemen. Sommigen zelfs van het veld weg waar ze bezig waren met werken, zonder de tijd te krijgen om eerst naar huis te keren.

Dieren en goed; alles moesten ze in de brand achterlaten. Het was hoog tijd; de vijand was daar. Landbouwer Vergote van St-Jan liet niet minder dan dertien paarden en meer dan veertig koebeesten achter. Boer Vermeulen vluchtte langs de voordeur toen de Duitsers aan zijn achterdeur stonden. Hij had zelfs de tijd niet om zijn waardepapieren mee te nemen. Sommige burgers kregen zelfs niet eens de tijd om te vluchten. Zo werden diverse personen van Langemark, Boezinge en Sint-Jan door de vijand overmeesterd en mee geleid. Maar welke schrik ook in de naburige parochies van Ieper, Brielen, Vlamertinge, Elverdinge, waar de vluchtende soldaten en burgers kwamen toegestroomd onder de kreet: ‘Vergif, bommen, de Duitsers!’ Wat een akelige mare.

Die nacht ging op die parochies haast niemand slapen. Angstig bleef men de dageraad afwachten en bleef het kanon voortdurend donderen, altijd maar even geweldig en van langs om dichter. Ja, de Duitsers behaalden een zegepraal, maar misschien wel den schandelijkste die ze tot nu toe tijdens hun onrechtvaardige oorlog verkregen. Ja veel van onze dappere mannen; Britten bij St-Juliaan, Fransen rond Langemark en Steenstrate, en Belgen verderop, sneuvelden die verschrikkelijke avond en nacht, vergeven of doodgeschoten, ook velen die in bezwijming lagen en doorstoken waren door het staal van de vijand.

Ook zeer velen werden krijgsgevangenen: het waren vooral de Franse Zouaven en de Ieren die toen al zo deerlijk uitgedund waren door de aanval van Sint-Elooi in de maand maart. Verscheidene Franse en Britse kanonnen werden ook buitgemaakt, en de Duitsers geraakten tot bij de dorpen van Boezinge, ook over Sint-Juliaan tot bij Sint-Jan. De Duitsers waren door de linies gebroken, en iedereen vroeg zich af wat er nu zou gebeuren. Gelukkig hadden de bondgenoten direct het bevel gegeven tot de tegenaanval.

Alle reservetroepen werden opgeroepen en de eersten moesten met de bajonet tegen de vijand opvliegen; het was dan dat die schone brigade van de Canadezen die pas verleden week toegekomen was en in reserve lag te Sint-Jan die aanval had moeten uitvoeren. Er werden achteraf wonderlijke verhalen verteld over hun dapperheid en ze hadden de vijand inderdaad verdreven tot aan St-Juliaan en over de vaart van Boezinge. Maar toch waren er zoveel van hen gevallen! Heel de dag donderde het kanon in alle hevigheid. In de namiddag werd Ieper meer dan ooit gebombardeerd, de grootste marmieten gedurig en langs alle kanten van de stad.

Van op Dikkebus hoorde men hun vervaarlijk geruis. Rond 5u kwam het nieuws dat het college en St-Jozefsgesticht in brand stonden. Sedert het begin van november had men hier geen zulke tijden meer beleefd. Men sprak van vele Britse troepen die moesten toekomen. Hoe eerder ze kwamen hoe beter, want we vreesden dat het zeer nodig zou zijn. Van op het kerkhof bemerkte ik dat de toren van Wijtschate nu helemaal verdwenen was.

Dit is een fragment uit Boek 1915 van De Grote Kroniek van Ieper

Article Categories:
1915
banner