banner
okt 17, 2025
60 Views
Reacties uitgeschakeld voor Angstige momenten

Angstige momenten

Written by
banner

Donderdag 29 oktober 1914. Met de opkomende klaarte hoorden we hevig kanon- en geweervuur dat de hele ochtend voortduurde. Men beweerde dat er een hevig gevecht plaatsvond over de hele lengte van de strijdlijn, van aan de Noordzee tot in Frankrijk. Rond 9u zweefden er twee Duitse vliegtuigen boven de stad en ze gooiden een tiental bommen op ons. Zo onder andere op herberg ‘De Nieuwe Stenen Brug’, aan de hoek van de Waterkasteelstraat. Deze bom was terechtgekomen op de muur van een afdak en met groot geweld ontploft. Een paard dat op stal stond werd gedood en de eigenaar ervan licht gekwetst.

Honderden pannen en ruiten van de herberg en de omliggende huizen werden in stukken geslagen. Op het Minneplein waren twee paarden gedood. In het station, nabij de draaibrug werd een diepe put geslagen en lag de aarde rondgestrooid. Op de Kruisstraat. In de Rijselstraat werd juffrouw Dethoor die aan het strijken was in haar keuken erg gekwetst door een bomscherf. Ze stierf korte tijd later.

Om 10u30 viel er een bom op de gevangenis. Alle gevangenen en bewakers vluchtten weg. Bij ons kwam er een gevangene waarvan zijn gezicht bebloed was. ‘s Morgens kregen we het bezoek van twee Duitse vliegtuigen die bommen wierpen. We waren juist bezig met werken in de smis. Mijn broer Valère en zijn schoonvader die reeds enkele dagen bij ons verbleven, waren hier aan het werk toen de eerste bom viel op een afdak van het huis Dumoulin in de Waterkasteelstraat, op enkele passen van ons huis. Valère en zijn schoonvader vluchtten weg. Op het Minneplein werden twee paarden gedood.

Een bom viel buiten het station. Een andere in de Rijselstraat en die kwetste een zekere juffrouw Dethoor. Er werd veel op de vliegmachines geschoten maar ze werden niet geraakt. De gendarmen en politieagenten brachten de hele dag inwoners naar de openbare hof en sloten ze daar op. Het was zelfs voldoende om u op straat te vertonen of men riskeerde om er al in te vliegen. Na de middag nam het geschut in hevigheid toe. De inwoners verkeerden in angst. Op alle hoeken van de stad had men mitrailleurs geplaatst tegen de vijandelijke legers. In de straten was het nu eenzaam. Veel burgers, zelfs de oude lieden kwamen zich beklagen over het brutaal optreden van de openbare macht.

Er werden nog meer bommen uitgeworpen. Zo viel een exemplaar op de Grote Markt, in de Sint-Elisabethstraat waar al de ruiten aan diggelen geslagen werden. Valentine Dethoor die niet ver van de zusters van Maria woonde in de Rijselstraat werd een voet en een been verpletterd. De arme vrouw stierf na het toedienen van de laatste sacramenten. In de Torhoutstraat stierven twee kinderen. Sinds meerdere dagen hielp ik nu bij de verzorging van Franse gewone soldaten – het waren er zeker vijf- à zeshonderd – in de gemeentelijke meisjesschool in de Rijselstraat. Samen met zuster Livine en zuster Elisabeth van de zwarte zusters en geholpen door meerdere jonge meisjes van de stad. Onze zuster Philomène, zuster Maria Berchmans, zuster Germaine en nog twee andere zwarte zusters werden naar de kazerne gestuurd om hulp te bieden aan Franse soldaten, waar trouwens ook tachtig Duitsers verbleven.

Bij onze gekwetsten waren er maar drie Duitse soldaten, met onder hen een Pruis die bepaald gemeen was. Hij wilde niet drinken, niet eten omdat we hem naar zijn gedacht wilden vergiftigen. Hij was maar tevreden als hij door nonnen bediend werd. Eten accepteerde hij enkel als hij het van mij aangeboden kreeg. De twee anderen kwamen uit Beieren en waren brave jongens. We werden heel graag gezien door de Fransen. Van zodra we ook maar in de ziekenzaal verschenen, riepen ze van alle kanten om geholpen te worden.

En toen we vroegen waarom ze geen hulp hadden gevraagd aan de aanwezige verplegers beweerden ze dat die hen veel ruwer behandelden en dat ze veel liever hadden dat wij het op onze manier deden. Ik had er zo mijn bedenkingen bij; dat waren die fameuze kerels die enkele jaren geleden in Franse scholen en hospitalen nog jacht gemaakt hadden op arme zusters. Als die oorlog voorbij zou zijn, zouden ze het werk van de priesters en de geestelijken ongetwijfeld nooit meer vergeten.

Het waren angstige momenten voor de hele stad. Van alle kanten werd naar deze vliegtuigen geschoten maar ze werden niet getroffen. Belgische gendarmen die wacht liepen in de straten deden de mensen voortmaken en bij de minste weerstand werd men meedogenloos voor enkele uren in de openbare hof opgesloten. Men mocht niet blijven staan in de straten en nog minder in groepjes samentroepen want dan draaiden ze je zeker de hof in. Heel wat inwoners hadden er al enkele uurtjes mogen doorbrengen.

In de namiddag ging het schieten altijd maar verder maar het leek er wel op dat de kanonnen nu een stuk verder weg stonden. Vandaag was zeker en vast de dag waarop de angst en de vrees bij de mensen het ergst waren. Het gebulder van de kanonnen raakte men gewoon maar die helse bommen brachten de hele stad in rep en roer. Op alle hoeken van de stad had men nu mitrailleurs geplaatst om naar de vijandelijke vliegtuigen te schieten. Hopelijk zouden ze niet meer terugkeren. De straten waren al eenzamer geworden, met uitzondering van de troepenbewegingen.

Dat kwam door het vertrek van de vluchtelingen en door de strenge maatregelen inzake het burgerverkeer. En nu met het werpen van deze bommen durfden veel mensen het niet meer aan om hun huizen te verlaten, tenzij het echt hoognodig was. Rond 19u30 hoorden we zware kanonschoten, gevolgd door geweldig mitrailleur- en geweervuur.

Dit zijn fragmenten uit Boek 1914 van De Grote Kroniek van Ieper

Article Categories:
1914
banner