banner
mei 9, 2025
113 Views
Reacties uitgeschakeld voor De klokkenluider van Sint-Jan

De klokkenluider van Sint-Jan

Written by
banner

Het jaar 1317. Al van in mei vorig jaar was de ziekte van de pest uitgebroken in Ieper en die pandemie zou zijn verschrikkelijke tentakels uitspreiden tot aan Allerheiligen van 1317. Anderhalf jaar lang. De ziekte werd zo hevig en intens dat de arme lieden stierven in het midden van de straten. De magistraten moesten maatregelen nemen om de publieke weg vrij te houden en er de kadavers van de pestdoden weg te halen. Ze werden begraven in de kerkhoven van Sinte-Madeleine en Sint-Kruis.

Al van in die eerst week van mei 1316 werden drie burgers belast om de lijken in de straten op te laden en hen te begraven op deze kerkhoven. Willem de Coltere – de klokkenluider van Sint-Jan en Jan Delebeke waren de lijkenbezorgers van Sinte-Madeleine terwijl een zekere Thierbus de doden begroef op de begraafplaats van Sint-Kruis. Deze mannen kregen 3 denieren per kadaver van het magistraat.

Tijdens die eerste week zamelden ze 36 lijken in. De opdracht werd al de volgende week onhaalbaar voor het drietal en het magistraat zag zich gedwongen om andere maatregelen te treffen. Ze moesten alle drie op hun kerkhoven blijven en moesten alleen maar begraven terwijl een geestelijke van het Onze-Lieve-Vrouwgasthuis – broeder Jacques – de opdracht kreeg om de lijken op te halen van de straten en die naar hun laatste rustplaatsen te brengen. De totalen die elke zaterdag geteld werden genoteerd in de Ieperse stadsrekeningen en te beginnen vanaf die eerste zaterdag van mei 1316 gaven die volgende aantallen te zien; 36 kadavers, 54, 154, 174, 146, 108, 107, 157, 149, 155, 167, 158 en 172. Voor augustus 1316 waren dat er 190, 191, 130, 140, 148.

Voor september en oktober 138 ,124, 115, 57, 27, 15 , 8, 12 lijken. Het moest opgemerkt worden dat er na die twee laatste weken al niet langer sprake was van broeder Jacques. Of de man zelf ten prooi gevallen was van de pest zouden we niet te weten komen. Of waren zijn diensten niet langer nodig?

Tussen november 1316 en november 1317 varieerde het wekelijks aantal opgeraapte lijken langs de Ieperse straten tussen de 8 en 20. Enkel in de derde week van januari zou dat oplopen tot 31 lijken. De stedelijke cijfers gaven enkel de aantallen aan waarvoor 3 denieren per lijk werden betaald en betrof dus enkel de kadavers aangetroffen op straat.

Uit een ander document bleek dat de andere begrafenissen het dubbele kostten aan de stad. Er kon in elk geval geconcludeerd worden dat er tussen 1 mei 1316 en 31 oktober 1316 maar liefst 3.013 lijken gevonden werden op straat. Moest men nu de rest van de doden in de woningen aan dit cijfer toevoegen dat kon men zich enig beeld vormen van de dodelijke ravage die in beide jaren aangericht was door deze pestepidemie.

Dit is een fragment uit Boek 1290-1380 van De Grote Kroniek van Ieper

Article Categories:
1290-1380
banner